afb. Peter-Jan van der Heijden
Bijgenaamd de strijdvaardige, was hertog van Brabant tussen 1190 en 1235, zoon van Godfried III van Brabant en Margaretha van Limburg. Hij huwde eerst met Machteld van Boulogne, en na haar dood met Maria, de dochter van de Franse koning. Hendrik werd halfheer van Maastricht, waardoor hij in voortdurende onmin met de bisschop van Luik verkeerde. In de strijd tegen Luik moest hij het onderspit delven, maar hij wist zijn rechten op Maastricht te behouden. Hij voerde ook strijd met Holland en Gelre. Hendrik I was de eerste, die naast de titel van hertog van Lotharingen ook die van hertog van Brabant voerde in plaats van graaf van Leuven of Brabant. Hij bracht een gele leeuw op zwart veld in zijn wapenschild aan. Hendrik I verleende de stad 's-Hertogenbosch in 1185 stadsrechten. Hij nam van 1189-92 deel aan de derde kruistocht naar het Heilige land en overleed in Keulen en werd in de St. Pieter te Leuven begraven. | 178 |
1908 |
Georges SmetsHenri I duc de Brabant 1190-1235Lamertin (Bruxelles 1908) |
|
1981 |
J. StaesHendrik I van Brabant. De Strijdvaardigein: Het Gulden Vlies : 's-Hertogenbosch ten tijde van het 14e Kapittel van het Gulden Vlies, 1481 Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch ('s-Hertogenbosch 1981) 5-8 |
|
1985 |
G.M. van der VeldenHendrik I, hertog van Brabant, en zijn betrekkingen met de Abdij van Berne vóór en na het jaar 1200Met gansen trou 35 (1985) 33-36 |
|
1999 |
R. RutteStedenpolitiek en stadsplanning door Hendrik I van Brabant, 1184-1235in: Stichting Brabantse Regionale Geschiedbeoefening Noordbrabants historisch jaarboek 16 ('s-Hertogenbosch 1999) 9-32 |
|
2000 |
Henny MolhuysenUit de geschiedenis van Hertogdom Brabant. Gelre.Uyt den Bogaert 40 (2000) 6-8 |
|
2003 |
Remco SleiderinkDe stem van de meester. De hertogen van Brabant en hun rol in het literaire leven 1106-1430Prometheus (Amsterdam 2003) |
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant (1996-1997) II. 280; III. 240
Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis (2016) 29, 156, 158, 162, 168, 200, 208, 222, 249
J.W.M. Peijnenburg, Van Roomsche Zegeningen en Paapsche Stoutigheden (2009) 21, 329, 359